'Als jullie hond doodgaat, maken jullie er dan as van of begraven jullie hem?'
De kop van Moos kantelde een fractie.
Het meisje wees naar haar eigen hond. Een mini-exemplaar dat ergens onder een stoel was gekropen.
'Als onze hond doodgaat moeten we hem niet laten staan.'
'Opzetten, bedoel je?'
'Ja. Dat vind ik niet zo fris.'
W vertelt het meisje dat Moos nu nog leeft, maar als het dan toch moet gebeuren ze as van hem maken en hem op het strand zullen uitstrooien omdat Moos zo van strand houdt. Alleen is dat verboden.
'Mag dat niet?'
'Nee. Maar we gaan het toch doen. Stiekem.'
Het meisje vindt dat een goed idee.
Ze aait Moos even.