De dichter.
Hij had mijn koffie gepakt. Het lag in een verkeerd mandje. Van de rest van de vermiste spullen wist hij niets.
Ik was allang blij dat hij me kwam vertellen dat hij het pak had genomen. Hij zei dat ik mijn spullen in het verkeerde mandje had gedaan. Ik wist zeker van niet. Dat werd bevestigd door het feit dat hij zei dat er ook een blik bonen in de algemene mand stonden. Maar die heb ik nooit anders dan in mijn mandje gezien. Kortom: een groot mysterie. Misschien iets minder groot dan gister, maar toch.
Ik haalde het briefje weer weg en was blij dat ik geen detectiveschrijver ben geworden.