Maar daar had ik dus juist geen zin in.
Ik vroeg me af of de landing pijn zou gaan doen en bereidde me voor. Maar de klap viel mee, ik leefde nog en we waren in een ander werelddeel beland. De chauffeur vroeg me of ik het herkende. Ik herkende het, maar zei niets. 'Tunesië,!' zei hij triomfantelijk. Alsof ik altijd al naar Tunesië had willen gaan. Ik wist allang dat het Tunesië was door het plastic in de berm.
We reden rond. Ik vroeg de vrachtwagenchauffeur hoe we, als we zo'n beetje uitgereden waren, weer zouden opstijgen naar het andere continent. Daar kon hij geen antwoord op geven.