De dozen stonden opgestapeld tegen de muur van de garage. Al die boeken die eigenlijk meteen hun weg naar zieke kinderen of naar kinderen met een zieke ouder, hadden moeten vinden. Om daar te troosten en af te leiden.
Dat was de droom.
Die weg werd niet goed gevonden. Maar gelukkig bleek het troosten en afleiden geen droom.
Ik moet denken aan de juf van de klas van Tijn, onze nagellakheld, die Waantje een geschenk uit de hemel noemde. Een moeder die blogde dat haar zoon naar aanleiding van het voorlezen van Waantje plotseling vragen ging stellen, en vertelde hoe hij het overlijden van zijn zusje van vier had ervaren. Ook denk ik aan mijn gastles bij Heliomare, waar S van acht mij vroeg om een boek over epilepsie te schrijven omdat hij een aanval van negen uur had gehad. Hij vertelde vrolijk over hoe erg het allemaal was geweest: 'Ik was bijna dood!' Na afloop zei de docent dat hij tot dan toe nooit één woord over zijn ziekte had willen zeggen. Of ik denk aan T, die het boek zo mooi vond, al wist ze in het begin niet wat knarser betekende, en aan haar vader die aan kanker overleed. En de vrouw met borstkanker die me schreef dat Waantje haar hielp te accepteren in welke situatie zij zich bevond. Dat Waantje haar heldin was geworden.
Voor alle kinderen en families in dit soort situaties: Waantje geeft niet op. Zij kan via Bol.com ingevlogen worden.