We waren met z'n vieren. De licht chaotische coach wilde dat ik op slag ging.
'Jij hebt de meeste ervaring.'
Maar ik had me al ter hoogte van de boeg geïnstalleerd, omdat ik vroeger op slag zat en dat een veel te intieme plek vond zo tegenover de stuur. Hij liet het gaan, maar ik moest wel als eerste instappen. De instructies waren niet kristalhelder, moet ik zeggen, maar ik bereikte het bankje.
'Je hebt alles verkeerd gedaan,' zei de coach. Daar klonk een mengeling van verbazing en verontwaardiging in door. 'Op het examen was je gezakt.'
Het imago van ervaringsdeskundige was ik in ieder geval direct kwijt. Maar de coach was alweer afgeleid. 'Is dat de Iris? Daar ben ik nog een keer tegen opgebotst.'
Wij keken naar de gigantische boot die ons naderde. Hoe je het voor elkaar kreeg om die niet te zien, was denk ik voor ons allemaal een raadsel. Ik besefte plotseling het gevaar van op boeg zitten, maar ik zat al.
'Nee, het is de Iris niet.' Het klonk teleurgesteld.
De pupillen hielden allemaal hun mond. Het feest zou beginnen.
Complete chaos. De coach gebruikte termen die hij niet eerst uitlegde, zodat het leek dat wij het commando: Zo ongelijk mogelijk, nu! hadden gekregen.
Slag had niet door dat zij het tempo bepaalde omdat het haar niet was verteld. Zij stopte om de haverklap en wij stopten braaf mee.
Het op de juiste manier weer op gang komen was eveneens lange tijd onduidelijk. Het kletteren van de riemen die elkaar raakten echode over het water. Dat we niet omsloegen is een mirakel.
Intussen schoot er een Acht met jonge vrouwen voorbij. Het was een dril waar het leger jaloers op zou zijn. 'Samen!' 'Samen!' Samen!' schalde uit acht kelen over het water, en op die uitroep raakten de bladen exact gelijk het water.
De coach keek ze verlangend na.