Mijn nicht J vertelde dat ze mijn ouders regelmatig moest kalmeren als ik weer wat had uitgehaald of aangeschaft. Zo waren er witte laarzen die ze te ordinair voor woorden vonden. Dat staken ze niet onder stoelen of banken. Ik herinner me mijn triomf toen J&A binnenkwamen en uitriepen: 'Geweldige laarzen!'
Later op de avond kwam het zwemmen in de gracht ter spraken. Mijn oom: 'Je bent nog net zo dol als vroeger. Wie heeft dat erin gestopt?'
Ik dacht dat dat gewoon zijn kleine broertje (88) was geweest.