We waren wat uit elkaar geraakt en ik hoorde W vloeken op de steile helling die een klif bleek te zijn. Door de toon van zijn stem wist ik dat het serieus was. Ik kon echter geen kant op. Ik stond tot mijn nek in de bosjes, me overeind te houden aan kleverige bladeren.
W stortte niet af.
Dat was wel een geluk. Mijn Spaans is goed, maar om nou uit te leggen dat W van een berg was geroetsjt, maar dat het er een was zonder pad, dus dat ze met een helikopter moesten komen, leek me toch een wat ingewikkelde kwestie.
We worstelden een klein uur door de bosjes langs de afgrond, en hadden het erover dat deze week nog een Duitse het ravijn in was gestort toen ze door een windvlaag - of haar man - naar beneden was geduwd terwijl ze een foto nam.
W kwam totaal geschaafd en geschramd (korte broek) uit de vegetatie. We hadden eindelijk, eindelijk het pad bereikt. Precies dat wat we niet hadden willen nemen.