R had de oplossing. Het bed moest naar de andere kant. We haalden de kussens matras en lattenbodems er vanaf en ik had allang spijt van mijn goede daad (het weggeven van mijn oude bed aan de arme meneer). We begonnen te sjorren. Zowaar gelijk omdat R 1-2-3 liet schallen. Er viel een schroef uit. Ik zag niet waar het ding weer in moest en koos ervoor het te negeren. Toen lieten de onderplanken, die met zoveel moeite aan de kopse kanten waren geschroefd, los. En met geen mogelijkheid kregen we die weer in elkaar. Had W toch IKEA-gelijk. Weer koos ik ervoor het te negeren. We duwden het bed in de hoek, knalden de lattenbodem, matras en kussens er weer op, ging erop liggen om te zien of dat een wankele kwestie was geworden, constateerde van niet, maar moest wel toegeven dat IKEA er inderdaad niet op is gebouwd voor een tweede keer te monteren.
Die tevredenheid duurde niet lang. Het bed was hoog en kolossaal en stond echt totaal niet. Ik kreeg het in m'n eentje niet eens een klein stukje opgeschoven en daar hou ik dus helemaal niet van. Afhankelijk zijn als ik zelf wat in mijn huisje wil veranderen.
R had de oplossing. Het bed moest naar de andere kant. We haalden de kussens matras en lattenbodems er vanaf en ik had allang spijt van mijn goede daad (het weggeven van mijn oude bed aan de arme meneer). We begonnen te sjorren. Zowaar gelijk omdat R 1-2-3 liet schallen. Er viel een schroef uit. Ik zag niet waar het ding weer in moest en koos ervoor het te negeren. Toen lieten de onderplanken, die met zoveel moeite aan de kopse kanten waren geschroefd, los. En met geen mogelijkheid kregen we die weer in elkaar. Had W toch IKEA-gelijk. Weer koos ik ervoor het te negeren. We duwden het bed in de hoek, knalden de lattenbodem, matras en kussens er weer op, ging erop liggen om te zien of dat een wankele kwestie was geworden, constateerde van niet, maar moest wel toegeven dat IKEA er inderdaad niet op is gebouwd voor een tweede keer te monteren.
0 Opmerkingen
Ik keek naar de stapel onttakeld bed en vatte moed. Meer omdat ik vind dat een vrouw niet meteen aan een man moet vragen iets op te lossen, en zeker als dat is omdat er geen zin is om iets uit te zoeken en écht te proberen, maar nu had ik wel last van mijn eigen overtuiging. Totaal geen zin.
Het ging zowaar voorspoedig en ik kreeg er lol in. Het middenframe stond, maar de kopse kanten kreeg ik met geen mogelijkheid voor elkaar. Dus W maar weer gevraagd. Die kwam weer goeiig aanfietsen, maar had al gewaarschuwd. Als IKEA eenmaal uit elkaar is gehaald, komt dat nooit meer goed. Ik dacht eigenlijk dat dat nogal mee zou vallen, maar zei niets. W vloekt en tiert normaal gesproken al als hij een schroevendraaier in zijn hand heeft, dus ik zag er ook wel tegenop. Het ging een tijdje goed. Maar toen kregen we de planken niet in de daarvoor bestemde gaten. Zat de ene kant, sprong de andere kant weer los. De bewegingen van W werden wilder. Ik scrolde door de gebruiksaanwijzing, maar we deden het echt goed. Daar klopte dus niets van. Lezen van gebruiksaanwijzingen is een kunst die ik niet beheers, en zeker niet als die uit tekeningen bestaat. Toen W even keek begreep hij onmiddellijk dat er iets onnavolgbaars aan de zijkant van het bed gedaan moest worden met een inbussleutel zodat alles echt aangedraaid kon worden. Ik had een bed. Het zat in elkaar. Ik was tevreden. Mijn oude bed gaf ik weg aan iemand die geen geld had. Op Marktplaats vond ik een mooie nieuwe, en omdat de vitrinekast in de auto paste ging ik ervan uit dat ook dit zou lukken. De verkopers hadden hem uit elkaar gehaald. Zeiden ze.
Het stel keek een beetje tersluiks naar mijn auto die vol deuken en krassen zat. Aan de gezichten te zien dachten ze dat ik dat bed nooit heel naar m'n tuin zou krijgen. Ik verklaarde dat het een echte familie-auto was. We hebben alle zes ergens een deuk of een kras in gereden. Het bed was gedeeltelijk uit elkaar gehaald, maar omdat ik het niet zag zitten met gebruiksaanwijzingen in de weer te gaan, liet ik het zo. Vier gigantische laden, losse planken, middenstukken, ik ging timide aan de gang. Toen de auto vol zat bleken er nog lattenbodems wat planken en een matras in te moeten. Ik legde me neer bij twee keer op en neer, maar had er totaal geen zin in. W kon gelukkig helpen het enorm zware gevaarte naar mijn huisje te slepen en tot mijn grote geluk bood hij aan mee te rijden voor de rest. Ik vermoedde dat het niet zou passen, maar dat deerde niet. We zouden wel zien. W keek eens even naar het resterende bed en propte er alles zo adequaat in, dat hij ook nog ergens op een normale manier kon zitten. Hij sleepte nogmaals met karren heen en weer en het toekomstige bed lag rustig te wachten tot ik moed zou krijgen om het ding zijn oude vorm terug te geven. Het mooie van een tuinhuis is dat alles is geoorloofd. Experimenten zijn welkom. Nu ben ik, na de vitrinekast, begonnen met het volgende experiment. Saloondeurtjes maken voor mijn buitendouche. De deurtjes bestaan uit twee zeer kitscherige schilderijen met krullen. Ik begin wel iets verstandiger te worden, dus prepareerde ik ze met grondverf én epoxy zodat de deurtjes niet binnen twee seizoenen doorgerot zijn. Het kostte me een uiterste krachtinspanning om te wachten tot de eerste laag droog was, daarna de tweede, wachten, en dan wéér wachten tot ik de epoxy erop kon smeren. Ze liggen nu te drogen.
De schilderijen zijn precies groot genoeg om den edele delen te bedekken, al behoeft dat een uiterst secure afstelling van de scharnieren. Ik ga dat dan ook niet zelf doen. Ouder worden betekent ook de zwakkere aspecten van je karakter onderkennen. Het dressoir stond wonderwel! Nu kwam de volgende actie. Ik had in mijn hoofd gezet dat ik het lelijke Ikea-wit weg wilde hebben. Maar niet zomaar, maar op een manier waarop het ding oud zou lijken. Ik had al eindeloos lang twee boeken met diverse verftechnieken in huis, maar bij het doorbladeren ervan had ik geen zin meer in al die hoeveelheden tekst en voorbereiding, dus bekeek ik wat plaatjes van zogenaamd oude kasten en begon. Drie verschillende kleuren. Wat matchte dit goed bij mijn karakter! Het was gewoon een kwestie van slordig en onverschillig schilderen. Het ging supersnel, meteen resultaat. Ik moest me inhouden om niet al het andere schilderwerk op dezelfde manier te doen.
De verbouwing van mijn tuinhuis is nog in volle gang, maar intussen ben ik aan het ontspullen en tegelijkertijd bespullen. Er moest een dressoir komen. Volgens mijn zus dan. Ik twijfelde.
Mijn vader had opgemeten dat het precies in zijn auto paste. Ik moest er dan wel in m'n eentje in gaan zitten. Maar de verkoper wilde dat ik iemand meenam om te sjouwen, er waren volgens hem geen buren die even konden helpen. Dus P ging mee. Ik vond het erg veel gedoe voor een twijfelgeval, maar hield m'n mond stijf dicht. Het dressoir was inderdaad niet te harden zo zwaar. En paste net niet. Toen we hem met veel moeite op een richel konden wippen, paste hij net wel. Maar dat betekende dat P met zijn stoel schuin naar voren zat, en zijn hoofd geknakt tegen 't plafond aan. Ik zat al niet veel beter, in een - laten we zeggen - toekomstgerichte houding. Ik dacht maar steeds: straks is het inderdaad niks... Al die kramp en moeite voor niets. Mijn vader, broer en zus kwamen vandaag rond zevenen aan vanuit Frankrijk en zouden dan graag iets eten. Ik ben al 3,5 jaar ge- en verwend door het feit dat P elke dag kookt. Hij doet zelfs de boodschappen. P zou het zeker op zich hebben genomen, ware het niet dat hij te laat aankwam.
M'n juf Spaanse (andersom ook trouwens) had het toevallig over een geweldige rijk gevulde bonensoep gehad die zij altijd maakte, dus ging ik optimistisch naar de supermarkt ook al weet ik van tevoren dat er ergens in het proces een kink in de kabel komt. Maar ik herinnerde me dat ik ooit een caldo galego had gemaakt die wonder boven wonder echt formidabel was gelukt, dus dat ging het worden. Supermarkten zijn niet mijn plek. Geen savooie kool te bekennen. Ik belde mijn cateringzus. Of het ook met witte kool kon. Dat kon. Maar ik ging toch twijfelen en belde W. Die vond dat het met groene echt veel lekkerder was. Of er niet in de voorverpakte sectie iets was? Ik speurde de koeling af, maar nergens iets te bekennen. Dus belde ik P. Of hij die groene wilde meenemen. Hij wilde. Ik ging intussen naar het huis van mijn ouders om daar de ideale dochter te gaan uithangen en de soep te bereiden. Ik begon verkeerd omdat ik het recept niet vooraf las, dus flikkerde alles weer terug in schalen (uien, aardappels, worst) en begon opnieuw. De eerste zucht werd geslaakt. Toen belde P vanuit de supermarkt om te vertellen dat het daar evenmin was. Of het niet een winterkool was? Daar had ik nog geen seconde over nagedacht. Ik zocht het op. Hartstikke winterse kost. Ik pleit voor een volkomen kookvrij leven. De laatste dag namen P en ik de trein naar Parijs, alwaar P een day use hotel had geboekt. Mijn eerste idee was dat dat totaal onnodig was, maar het was echt wel heel erg lekker. Vooral toen bleek dat het niet zomaar een was: Marriott Opera Ambasador. Chic de friemel. Lobby als een balzaal.
We zaten op de vijfde, gang door, de hoek om, gang door, daar was het. Best een eind vanaf de ingang. Toen we na een rondje stad voor de tweede keer bovenkwamen, deed onze sleutel het niet meer. Wij weer gang door, de hoek om, gang door en met de lift naar beneden. Ik dacht erover om te gaan klagen, dit moest toch chic en gedoevrij zijn? Ze vertelden dat het waarschijnlijk aan de poortjes van de winkels die wij bezochten lag, en activeerden onze pas opnieuw. Ik liet de klacht varen, wij waren tenslotte zelf door die poortjes gelopen. Terug op de kamer zette ik een kopje thee terwijl de regen tegen de ruit kletterde. Een prettig idee dat wij gewoon op bed konden liggen in plaats van ergens eindeloos in een café te moeten schuilen. Maar plotseling gingen de lichten uit en was er duidelijk iets mis. Ik belde de receptie. Ze zouden iemand sturen. Het duurde en het duurde en wij wilden toch ook onze telefoons opladen. Ik belde nog eens. Ze zouden iemand sturen. Ik dacht er sterk over om nu echt te gaan klagen. Toen de man eindelijk kwam liep hij in en uit en rommelde hier en daar. Het schoot niet echt op. De klacht nam vormen aan. Toen hij het had gevonden bleek ik zelf de oorzaak te zijn. Ik had de ketel te vol gedaan en die had kortsluiting veroorzaakt. Het huis bestond uit onneembare trappen zonder leuningen, stoepjes die je niet verwachtte, lichtknoppen op onnavolgbare plekken, latjes die scheef afliepen, slechts een handjevol wc's ondanks het aantal gasten, en verder allerlei onduidelijke danwel slordige afwerkingen waarvan mijn broer, die architect is, zei dat het typisch Frans was.
Ik had altijd een beeld van de Fransen dat die gaven om stijl en klasse. Niet dus. Lichtbron in een kamer en de schakelaar op de gang is blijkbaar heel normaal (we zochten ons suf en vonden pas de laatste dag de schakelaar). Steile trappen zonder leuning en een stahoogte die halverwege de trap alleen voor dwergen bereikbaar was: waar heb je het over? Een muurtje netjes afwerken? Te veel moeite. Toch genoten we op z'n Frans. Wat dan dan ook inhoudt. Mijn nichtje had een prestigieuze master bij de universiteit van HEC France gedaan en dat moest gevierd worden. P en ik namen de trein en dat was al feest. In Parijs liepen we kriskras door wijken, vonden het restaurant, met stip aangeraden door mijn broer, maar werden op z'n Frans weggekeken. Wij verlaagden ons niet tot smeken, wat onmiddellijk werd beloond door een restaurant in dezelfde straat: Bouillon Racine. Je wandelt zo een sprookje binnen. Nou weet ik dat mijn smaak tussen extreem kitch en chique ligt, dus vel je eigen oordeel.
De ober vond onze rugzakken - in tegenstelling tot de vorige - geen probleem, we kregen de beste plek, in een nis waar je door de vele spiegels overal zicht op had. De avond kon niet meer stuk. Na bourgondisch gedineerd te hebben namen we een taxi naar het huis net buiten Versailles, waar we met elf man er lustig op los gingen vieren. Na een oververhitte rit kwam ik toch aan in Dauphine. Ik haat dat restaurant. Ongezellig, akoestiek die niet te doen is, bevolkt met te veel mensen die van zichzelf denken dat ze het helemaal hebben gemaakt en stoelen die net zo hard zijn.
Ik was er met B, en die maakte vanzelfsprekend alles goed. Een jonge ober kwam aan onze tafel. Ik keek omhoog en herkende hem, al kwam ik tot mijn spijt niet op zijn naam. 'Begint met een K...' Ondanks zijn aanwijzing bleven mijn hersenen mistig. Toen hij het na mijn verwoede pogingen zei, dacht ik: hoe kan ik dat vergeten? Niet alleen zijn naam was onvergetelijk, maar zijn hele zijn. Honderd jaar geleden, anno 2015, toen ik bij de politie werkte, was het zijn droom om daar ooit te belanden. Dus regelde ik een rondleiding voor hem, samen met mijn nichtje. Hij straalde toen hij aan kwam fietsen. Vond het de bom dat zijn fiets op de speciale politieparkeerplaats mocht staan, steeg zo'n beetje op toen een agent hem een hand gaf en verdween in de wolken toen hij werd opgesloten in een cel om te ervaren hoe dat was. Ik had een onvergetelijke middag. Door zijn optimisme, zijn levenslust, zijn vertrouwen in iedereen om hem heen. Negen jaar later staat hij uitgegroeid tot zo'n twee meter, strak in 't vel, nog steeds die stralende ogen, naast mijn tafel. Sommige mensen zijn intens goed. Van binnen en van buiten. Hij is er zo een. Dat was toen al duidelijk en nu werd het bevestigd. Ik had afgesproken in Dauphine, maar de metro reed dus niet. Snel naar CS omdat ik dacht dat het handig was ergens anders af te spreken. Ik zou de trein naar Sloterdijk kunnen nemen. Maar mijn afspraak dacht daar anders over. Dus wachtte ik op CS in een Japansachtige metrosituatie tot de noodmetro zich in gang zou zetten. Dat deed hij niet. Het ach en wee was niet van de lucht, maar na een kwartier gingen de deuren dan toch echt definitief dicht. Iedereen was intussen gesmolten.
We stopten weer bij de Nieuwmarkt, waar ik dus eerder stond, en ik vroeg me af of het dan de bedoeling van het universum was dat ik die oude bekende zou tegenkomen. Toch zag ik daar de meerwaarde niet van in, alhoewel leuk hoor, fijne kerel, maar echt een ander levensinzicht kreeg ik er niet van, behalve dan dat je nooit moet denken dat een metro niet meer gaat rijden, of dat het handig is in een ander restaurant af te spreken. Ik moest de metro vanaf Nieuwmarkt nemen naar het Amstelstation, maar dat ging niet door. Er reden geen metro's. Er was een noodmetro, maar ik geloofde niet dat die zou gaan rijden, dus liep ik naar CS. Bij het opgebroken fietspad keek een man me indringend aan. Ik dacht: beetje te intens, maar tegelijkertijd ook iets bekends. Dat laatste klopte. Hij zei mijn naam op een toon alsof hij er zelf niet zeker van was dat ik inderdaad diegene was die hij vermoedde. Het kostte me nog geen seconde om zijn voor- en achternaam uit te spreken. Hoe hersenen werken...
Zijn ogen bleven boren en ik vroeg me naarstig af hoeveel hij wist. Ik kende hem van een zeilkamp uit mijn tienerjaren. Godzijdank bleef de vraag hoe het met me ging uit. Want wat zeg je als je haast hebt, iemand veertig jaar niet hebt gezien en toch niet wilt voorliegen? 'O, gaat echt goed, behalve dan dat ik in de palliatieve fase zit.' Ik vermoed dat maar weinig mensen van daaruit nog een prettig vlot gesprekje opbouwen. Met J ging ik naar de Fidelio. De muziek was prachtig, maar wat een ellende op dat toneel. Arme zangers. Ze moesten de meest idiote dingen doen: raar lopen, onbegrijpelijke filmbeelden bekijken, tientallen keren door spiegels heenlopen, en als dieptepunt de gebaren van draai het wieletje nog eens om maken.
Wat zouden die operazangers van formaat gedacht hebben toen ze geconcentreerd de gebaren uit hun jeugd uitvoerden? W was genomineerd voor de Gouden Strop met zijn boek Verloren pelgrim. www.wimbax.nl
Ik had al tijden een goed voorgevoel: hij zou gewoon winnen en binnen luttele dagen van gewone voetganger doorstoten naar BN'er waar crowd control aan te pas zou moeten komen. Toen alle vijf genomineerden op het podium zaten, en de jury-voorzitter riep: 'De winnaar van de Gouden Strop 2024 is....' kregen we de voorkant van W's boek te zien. Maar na een paar seconden kwamen ook alle andere boeken voorbij. Ik vond eigenlijk dat je, net als schrijvers van goede boeken, precies zou moeten weten wanneer je moet stoppen. |
Blog t/m sept 2016 |