'Zestien graden!' riepen we precies tegelijk.
'Ik heb die drie minuten ingehaald,' constateerde P tevreden.
En we liepen door.
We liepen naar de andere kant van de stad. Er hing een uithangbord met de temperatuur.
'Zestien graden!' riepen we precies tegelijk. 'Ik heb die drie minuten ingehaald,' constateerde P tevreden. En we liepen door.
0 Comments
Vandaag spijbelden we van school om de dansende paarden van Jerez te kunnen zien. Het voelde gek, geen wekker om 06.30, geen trein, geen klasje maar uitslapen, rondrommelen en om elf uur naar de andere kant van de stad lopen om S&P te ontmoeten.
We zaten op eersteklas plekken, rechttegenover de deuren waaruit de paarden kwamen. Het is ongelofelijk wat ze kunnen. Benen hoog opgetrokken, zijwaarts pootje over, op de achterste benen staan en vreugdesprongen maken. Vooral als de paarden swingend met hun achterlijven door de bak dansten en de ruiters precies de tegenovergestelde beweging met hun bovenlijven maakten, vond ik indrukwekkend. Maar er was ook een andere stem in mij die zich afvroeg of die beesten dit wel leuk vonden en hoeveel zweepslagen het had gekost om dit allemaal te leren. De ruiters vatten hun taak bloedserieus op. Ze keken strak voor zich uit, maar als ze langs ons reden kon je zien dat sommigen even heel snel een steelse blik op de tribune wierpen om dan weer met uitgestreken gezicht voor zich uit te kijken. Ik kreeg enorme zin om op zo'n paard te gaan zitten en swingend door de bak te rijden. Hoedje op, jasje aan. Af en toe een galopje ertegen aan gooiend, een sprongetje hier een drafje daar. Even lachen naar het publiek en dan een sherry'tje erin. In de pauze liepen we een rondje. Toen we langs een braakliggend terrein met afgebrokkelde muurtjes liepen, zei ik tegen P dat ik dacht dat dat ook dat resten waren van een oude nederzetting (Cádiz is rond 1100 voor Christus door de Feniciërs gesticht). P reageerde niet. Toen we er even later weer langsliepen zei hij dat hij dacht dat het resten waren van een oude nederzetting. Ik uitte enkele vraagtekens en uitroeptekens.
P: 'Je loopt op me voor. Ik ben nu waar jij drie minuten geleden was.' Omdat ik vanuit de trein witte huisjes tegen een heuvel geplakt zag, wilde ik El puerto de Santa Maria bezoeken. We onderbraken onze reis en liepen het stadje in. Wederom een plek waar je in deze tijd de enige toerist bent.
We stopten bij een bakkerij annex lunchroom om wat te eten. We bestelden in het Spaans - natuurlijk, we grijpen elke kans om onze tong te breken - en de eigenaar knikte. Hij zei dat hij precies begreep wat we zeiden. Dat vonden we goed nieuws. Ondanks het feit dat we hadden gezegd dat we integral, volkoren, wilden, kwam hij met een mandje met verschillende soorten brood aanzetten en konden we aanwijzen welke we wilden. Het was geen gebrek aan vertrouwen in onze capaciteiten, hij bleek dat bij elke tafel te doen. Toen we afrekenden zei ik dat ik het er zo gezellig vond. Dat was het moment waarop hij had gewacht. Hij begon te vertellen. Het was een bank geweest, daar in die zijkamer konden mensen geld tappen en nu was het een gezellig hok. Vooral 's ochtends, dan stonden de mensen opeengepakt koffie te drinken en te ontbijten. En de rest van de zaak ging hij ook nóg gezelliger maken. Met stoelen die met de hand beschilderd zouden worden, en mooie tafeltjes. Trouwens, er was bij de verkoop van zijn brood geen verplichte minimum hoeveelheid. Je kon echt het kleinste broodje kopen dat je wilde, geen probleem. Wij feliciteerden hem met zijn geweldige zaak. Hij bedankte ons voor onze interesse. Deze school is ongelofelijk. Dat merkte ik de eerste dag al, toen ik hartelijk gekust werd door de beide directeuren. Hoeveel leerlingen komen er elk jaar? Dat moeten toch tientallen zijn.
Vandaag was de eerste werkdag van mijn juf P van vorig jaar. Ze kwam speciaal mijn klas in om me te omhelzen en te vragen hoe het met me was. Zo hartelijk en gemeend dat het me ontroerde. Vooral toen ze met nadruk haar vraag herhaalde hoe het met me was (ze was op de hoogte van mijn diagnose). Ik had een week lang een uurtje privéles van haar en toen ze mijn notitieboekje zag waarin ik al het nieuwe dat ik leerde noteerde, bekende ze dat ze dat prachtig vond. Toevallig had ik nog zo'n boekje gekocht en er nog niks in geschreven. Ik bedacht pas na die week dat het een leuk cadeautje zou zijn, stopte het in de brievenbus en mailde de directeur dat dit voor haar was. Ik kreeg geen reactie. Ik was er zeker van dat ze het had gekregen, maar verbaasde me dat ze me niet even een mailtje stuurde om me te bedanken. Dat had ik anders gedaan. Pff. Vermoeiend. Ze had me nog niet losgelaten of ze me bedankte voor het prachtige opschrijfboekje dat nu thuis op haar bureau lag. Ik schaamde me even. Maar niet lang. Daarvoor ben ik te oud. Of te kortlevend. We staan om 06.30 op, ontbijten niet, lopen high speed 15 minuten naar de trein, reizen 45 minuten, en lopen dan 10 minuten naar school.
Zo ook vandaag. We zijn dan de eerste leerlingen en worden binnengelaten door de twee directeuren van de school. We hadden een nieuwe koffiekaart nodig, dus stond ik aan de balie en zag dat de rits van de ene directeur openstond. Geen probleem, dat woord had ik net geleerd. Dus twijfelde ik geen seconde om hem daarvan op de hoogte te stellen. 'Tu caramelle está abierto.' Ik knikte er nog even tevreden bij. Maar hij begreep het niet. Geen probleem, ik herhaalde gewoon even wat ik had gezegd, probeerde het nóg Spaanser te laten klinken. Hij keek naar buiten. Een beetje verwilderd. Ik wees naar zijn broek. Het gebulder schalde door de lege school. Rits blijkt 'cremallera' te zijn. Ik vrees dat ik had gezegd dat zijn karamel openstond. Of erger. Dat zijn karamel naar buiten hing. P heeft klachten over het Spaans. Waarom zou je twee letters opschrijven als je het er met eentje afkan? Nee hoor, ca, co, cu, q mag niet vervangen worden door de k.
En waarom beschouwen ze de ñ als een extra letter, terwijl er alleen een tilde op komt? 'En als ze het dan allemaal zo goed weten, laat dan dat vraagteken aan het begin van de zin weg, hoezo hebben ze er twee nodig?' Vandaag liepen we door Marbella. De smalle straatjes, de witte huisjes - bougainville nog volop in bloei - steegjes waarbij je als je je armen uitstrekt beide muren kunt aanraken, beviel ons goed. In tegenstelling tot de buitenwijken en de haven waar alle rijken van de wereld op hun jachten nippend constateren hoe uitzonderlijk ze zijn.
S&P hadden een speciaal adresje om te lunchen. We werden met enthousiasme ontvangen. De vrouw die ons bediende was het soort van niet lullen maar poetsen en vooral gewoon meebewegen met haar manier van werken, anders zwaaide er wat. Zo besloot zij dat P nog 1 gerechtje kreeg, zij maaide met haar hand op volle kracht over zijn niet al te platte buik. Voor de drank gold hetzelfde. Nog 1 glas dan, en daarmee basta. Hij luisterde. Hij zou niet anders durven. Na school reden we naar S en P die op een finka buiten Marbella wonen. We kregen een tour door de tuin waar mango's, lychees, limoenen, mandarijnen, guayava's, physaliums, kumquats, aqua cates, sinaasappels, papaya's, macademia's, vijgen, grapefruits, bananen en druiven aan de bomen groeien. Het zwembad zag er aantrekkelijk uit, maar toch niet met 16 graden buitenlucht - ik had ook vakantie - en een watertemperatuur van 12 graden.
De teckels begroetten ons zo enthousiast dat er ook bij gepoept moest worden. Voor de haan moesten we oppassen, die kon aanvallen want hij was chagrijnig sinds de laatste hen was doodgegaan. De kaketoes konden niet bij elkaar in het hok want dan vielen ze elkaar aan en de slangen die zich rond de vijver ophielden lieten zich niet zien, maar hadden wel diverse goudvissen opgegeten. 's Nachts probeerden de everzwijnen onder het hek door te graven om bij al die lekkere hapjes te komen, maar tot nu toe was dat niet gelukt. Na deze rondleiding kon de tour van alcohol beginnen. Niet zo uitgebreid in variatie als de vruchten, maar in hoeveelheid zeker geëvenaard. Bubbels, rood, limoncello, hoofdpijn. De priester deed alles foutloos. De filosofe en ik zuchtten tegen verwachting in slechts af en toe. Die hadden we binnen. De conversatieles was een ander verhaal. We kregen allerlei situaties voorgeschoteld en moesten vertellen of we dat zouden vermijden of dat we ons er juist met volle kracht in zouden storten. Op een feest met kleren aan het zwembad induiken als iedereen dat deed, je als een mummie verkleden, dat soort zaken. Maar ook of je naar een feest zou gaan waar ze zouden twerken. De priester wist niet wat twerken was en de docent bekende dat hij het niet durfde uit te leggen. Of ik dat even voor hem kon oplossen.
Natuurlijk. Met je rug naar iemand toe staan, gebogen, je kont tegen het kruis drukken en dan heel hard op en neer schudden. De docent vond dat ik het goed had uitgelegd. De priester was inmiddels onder tafel verdwenen. De eerste lesdag was ik verbaasd dat we geen huiswerk kregen. De docent meldde opgewekt dat hij dat niet nodig vond. Ik liet mijn dadendrang voor wat het was. Maar de tweede dag, toen bleek dat de docent helemaal niet van plan was ons überhaupt iets buiten de lessen om te laten doen, vroeg ik erom. Ik weet niet of mijn klasgenoten - de priester spreekt eigenlijk al perfect Spaans, voor de filosofe is het een gevecht - dit heel erg waardeerden.
We beginnen de ochtend altijd met z'n tweeën, de priester komt een half uur later. De docent wilde weten hoe het ons was vergaan. Voor de filosofe een struggle. Appeltje/eitje voor mij. Maar ik bleek de opdracht niet goed gelezen te hebben, daar waar we verschillende tijden hadden moeten invullen, knalde ik alle rijtjes van dezelfde tijd eruit. Ahum. Vandaag behandelden we volgens de docent het allermoeilijkste onderwerp van de Spaanse taal. Voor de kenners: de pretérito imperfecto de subjuntivo. Eigenlijk kan je het al aflezen. Imperfectie en subjectiviteit. Niet te doen. Denk dat ik morgen door de filosofe wordt afgemaakt. Om zeven uur verlieten we ons appartement om de trein te nemen. We moesten spoor vier hebben. Toen we daar stonden bedachten we dat we eigenlijk onze kaart moesten activeren. Ik naar de balie. Dat klopte. Kaart gewoon op het poortje leggen.
Prima. Maar we zagen geen poortjes. In het buitenland moet je over veel dingen heenstappen om ergens te kunnen komen. In dit geval mijn gêne. Ik weer terug. Het klopte dat ik die poortjes niet op spoor vier zag, we moesten naar spoor twee. Gek, want op de borden stond toch echt spoor vier. Wij naar spoor twee. We activeerden de kaart, gingen er niet doorheen en weer terug naar spoor vier. Daar stond niemand. Vanaf die positie konden we zien dat spoor twee vol stond. Dus toch weer terug. Konden we niet meer door de poortjes omdat we onze reis al hadden verspild. Een jonge jongen met oortjes in begreep absoluut niets van mijn verhaal en dat lag denk ik niet aan zijn oortjes, maar hij liet ons wel achter hem aanlopen naar spoor twee. Daar werden we aangesproken door een uiterst vriendelijke man die van alles uitlegde en daar uitgebreid de tijd voor nam. Een relaas van ongeveer tien minuten waar we flarden van opvingen maar niet de kwintessens. We zagen aan de overkant spoor vier met toch echt het bord Cádiz, maar vertrouwden op de reizigers, de vrouw van de kassa en de aardige meneer en stapten in. Omdat ik geen drugs mee kon nemen in het vliegtuig lag ik de eerste nacht tot 03.30 uur wakker, dus kocht ik de volgende dag slaappillen. Nou is mijn ervaring dat die niet werken, maar om nou nachten achter elkaar wakker te liggen zonder iets te proberen zag ik niet zitten. De pillen zagen er space-achtig uit.
Tot mijn verbazing werkten ze. Al had ik vlak voor het inslapen het gevoel dat er wat al te heftige processen in mijn lichaam op gang kwamen, en op dat moment dacht ik: dit kan echt niet goed zijn, morgen maar niet meer nemen. Maar ik viel in slaap. Niet voor lang. Iemand had bedacht dat het een goed idee was om onder ons raam te gaan staan tapdansen, ala, maar even later kwam het klappen van zijn handen erbij, en een paar seconden later zijn stem. Die droeg nogal ver. Op onze eerste schooldag reden we in het donker naar Cádiz. We werden door de directie omhelsd omdat ze ons blijkbaar herkenden van vorig jaar. Dat begon goed.
Ik zit in een klas met een priester en een filosofe esthetiek. Goed gezelschap om een taal eigen te maken. De priester spreekt accentloos Spaans, hij werkt hier al. Bij de filosofe echter moet je je oren op een bepaalde stand zetten om haar te kunnen verstaan. Zij woont sinds een half jaar in Cádiz. Ik ben te hoog ingedeeld, voor het gemak denk ik, maar zweef tussen de priester en de filosoof in. Een prettige positie. Na het schooltje wandelden we het oude centrum in, herkenden straten, cafés, restaurants, winkels en markten. Dat was leuk, maar we vonden het nóg leuker om weer naar Jerez te rijden omdat dat mooier is en we het nog niet kennen. 's Avonds liepen we naar het station om te checken of we misschien beter met de trein heen en weer konden gaan. De man achter de balie had het over een kaart van tien euro die tot april geldig was en waarmee je kon reizen wat je wilde en als je 16 reizen had gemaakt kreeg je die tien euro nog terug ook. Dat maakte ik er tenminste van. Wijsgeworden door de parkeergarage-ervaring vroeg ik of hij Engels sprak. Dat was niet het geval. Dus vatte ik zijn betoog in het Spaans samen en vroeg hem of het klopte. Het klopte. P en ik keken elkaar aan en dachten er het onze van. Maar bij de andere kassa waar we de kaarten moesten kopen bleek het allemaal waar. Vooralsnog zou ik zeggen. We liepen door de straten van Jerez, dronken koffie in de zon op een terras en kozen volgens recensies, die we pas naderhand lazen, de slechtste lunchplek ooit. Het klopte precies: geen menu met prijzen te bekennen, het eten zozo, de rekening te hoog, maar er was zon en een aardige ober zonder tanden, trouwens ook zonder vlees op zijn botten, maar heel aardig.
We deden geen boodschappen omdat we daar even geen zin in hadden, zaten op ons balkon te lezen, oefenden hier en daar wat Spaans, en belandden 's avonds in een café: een mannenbolwerk van kerels in het zwart met lang haar. We bestelden twee soorten sherry die we geen van beiden lekker vonden (taaltechnisch daargelaten, kan het én naar ons én naar de sherry verwijzen) en een kaasplank die ons goed beviel. Ons appartement was al eigen gemaakt, we keken 24h nieuws dat zo vaak herhaald wordt dat je het op het laatst wel móet begrijpen. |
Blog t/m sept 2016 |