We verzamelden in mijn tuin en dronken ons eerst een beetje los.
Tijdens zo'n bezichtigingstour leg ik mezelf een lastige taak op. Me onthouden van commentaar. Althans, proberen mezelf op de vlakte te houden. Dat is deksels ingewikkeld, daar ik een uitgesproken mening heb over de huisjes, de tuinen, de ligging, de buren, de zon, de begroeiing, het te schoffelen oppervlakte van het pad, de mogelijkheden en de valkuilen. Ik heb de arrogantie dat ik door elke indeling en foute beplanting heen kan kijken en beschouw mezelf als een expert wat betreft het omtoveren van andermans gebrek aan inzicht.
Maar ik moet mijn grote mond houden. Ik heb mijn perceel al binnen. Ik mag van mezelf pas meedoen als er enig enthousiasme is, en als er terughoudendheid is, mag ik er niet er tegenin gaan staan beuken ook al denk ik dat ik de Nobelprijs voor het beoordelen van huis en tuin zou moeten krijgen. Niks daarvan. Terug in mijn nederige hok. Voorzichtig en weloverwogen een wellicht gemiste mogelijkheid aanwijzen. Hoe a-typisch kan ik me gedragen. A-typisch dus.